Schriftelijke vragen ex artikel 40 RvO, starterslening moet beter aansluiten op de huidige woningmarkt.
Geacht college,
Recent is het onderzoek naar het functioneren van de starterslening gepubliceerd. De VVD complimenteert het college dat dit een onderwerp van onderzoek is geweest. In de conclusies zien we dat de starterslening in 2021 minder aangevraagd wordt door de stijgende woningprijzen en er een beperkt aanbod is van woningen die aan de criteria voldoen. De starterslening is een belangrijk instrument voor starters om een woning te kunnen kopen. Jongere bewoners krijgen de kans om een huis te kopen. Stijgende woningprijzen en gebrek aan goedkope woningen zetten de positie van de starter onder druk. Over heel 2021 kwamen er maar 7 aanvragen binnen bij de gemeente Goes, een logisch gevolg van de woningmarktomstandigheden.
Een van de aanbevelingen is dat de €190.000 die nu als maximum gehanteerd wordt te laag is voor de markt van vandaag. De VVD wil graag dat starters op de woningmarkt een reële kans krijgen en wil het huidige bedrag verhogen naar de geldende NHG-norm voor de prijs van een starterswoning. We willen dat er meer starters van de lening gebruik kunnen maken en vragen ons het volgende af:
- Is het college het eens met de fractie van de VVD dat de prijzen van de Goese woningmarkt niet meer passen bij de starterslening en wat gaat u eraan doen om de starterslening voor meer mensen bereikbaar te maken?
- Wanneer komt het college met een voorstel waarin de starterslening verruimd wordt? Gezien de urgentie op de huidige woningmarkt verwachten we voor de zomer van 2022 een adequaat plan.
- Welke bijbehorende kosten zijn daar mee gemoeid?
- Wat gaat het college doen om de starterslening nog eens onder de aandacht te brengen?
- Hoe gaat het college ervoor zorgen dat het doel van de starterslening opgenomen gaat worden in de verordening van de gemeente?