Enkele dagen geleden werd mijn aandacht getrokken door een berichtje in de provinciale krant waarin melding werd gedaan van een onderzoek dat was ingesteld door een landelijke bekend bureau naar de effectiviteit van de werkzaamheden van Scoop. Zonder enige verbazing kon ik lezen dat men tot de conclusie was gekomen dat Scoop uitmuntend functioneerde. In deze bijdrage gaat het mij niet om Scoop, ieder weet dat wij als VVD nogal kritisch daar over zijn, maar meer over deze symptomatische gang van zaken.
Als gevolg van de bezuinigingen wordt er naar gestreefd de uitgaven voor een aantal activiteiten en instellingen die nauw samenhangen met het realiseren van de maakbare samenleving terug te dringen. Deze instellingen zijn naarstig op zoek naar middelen en wegen om deze budgetcut te ontgaan. In een aantal gevallen wordt een bureau in de arm genomen dat een onderzoek moet uitvoeren naar het bestaansrecht en functioneren van de instelling. De uitkomst van het onderzoek is bijna altijd voorspelbaar, daar dit niet zelden is gebaseerd op interviews met de betrokken medewerkers van de instellingen zelf en de uitkomst is het gemiddelde van de geventileerde eigen meningen evenals een declaratie van niet geringe omvang.
Het is geen uitzondering dat dergelijke onderzoeken door een bureau wordt uitgevoerd waarmee de opdrachtgever, of degenen die daarmee nauwe relaties heeft, enige vriendschapsbanden onderhoudt. Ons kent ons nietwaar.
Op deze wijze dragen de bezuinigingsoperaties bij aan de winst voor een ieder: de instelling die te maken krijgt met een budgetcut zal met het rapport in handen daaraan voor een deel aan weten te ontkomen en het bureau heeft weer een opdracht. U begrijpt dat, als we niet uitkijken het terugdringen van de omvang van de overheid bijdraagt tot niet onaanzienlijke bijkomende kosten terwijl de doelstelling allerwegen wordt gefrustreerd. De heilige huisjes die op de nominatie staan voor een bezuiniging worden in hoge mate ondersteund door allerlei bedrijven die daar een goede boterham aan verdienen. Dit geldt bijv.zeker op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en milieu. Een kritische houding t.a.v. rapportages in verband met bezuinigingsdoelstellingen is dan ook op zijn plaats.