Voor 1 oktober 2015 moeten de gemeenten opnieuw besluiten over de risicoverevening met betrekking tot het budget 2016.
Alle 13 gemeenten hebben besloten de inkoop van jeugdhulp voor 2016 gezamenlijk te organiseren via de inkooporganisatie Jeugdhulp Zeeland.
Er is onvoldoende basis om de solidariteit, zoals afgesproken voor 2015, voor te zetten. Ondanks het feit dat er nog geen inzicht is in het gebruik van Jeugdzorg en de mogelijke risico’s niet kunnen worden ingeschat wordt er voor 2016 gekozen voor een verdeling op basis van een mengvorm tussen solidariteit en het profijtbeginsel.
Solidariteit wordt toegepast op de dure vormen van zorg.
Op de overige ingekochte jeugdhulp (bijv. ambulante zorg en dagbesteding) wordt het
profijtbeginsel toegepast, waardoor iedere gemeente betaalt naar gebruik. Dit geeft gemeenten de
mogelijkheid voordeel te behalen uit een hogere inzet van zorg in het voorliggend veld en zelf keuzes
te maken of zij middelen uit het macrobudget willen inzetten voor innovatie. Een overschot of tekort op
het eigen macrobudget, door hoger of lager gebruik, wordt dan per gemeente afgerekend.
De fractie van de VVD is het eens met deze verdeling maar had het verstandiger gevonden dat men eerst op de resultaten over 2015 had gewacht en de invoering van de splitsing pas in 2017 was gestart.
De VVD heeft de wethouder gevraagd hoe het staat met het begrote tekort van 5 miljoen over 2015. Er is hiervoor een aanvullende bijdrage gevraagd aan de staatssecretaris. Wethouder Alsema kon hierop antwoorden dat dit verzoek moet worden onderbouwd met de resultaten over 2015.
Het zou mooi zijn als de hele transitie voordeliger uitvalt waardoor dit probleem zich zelf oplost.