Zijn onze straten, pleinen en parken schoon, aantrekkelijk, functioneel en veilig? Is de leefomgeving in orde of gewoonweg niet in orde? Het is de taak van de gemeente de openbare ruimte te beheren. Sinds 2006 doet de gemeente dat op een nieuwe manier. Niet revolutionair anders, maat met accenten op samenhang, efficentie en inzicht in behoeften en kosten. Een belangrijk onderdeel van dit systeem is het geregeld ‘schouwen’ op vaste punten per wijk en dorp de kwaliteit van de leefomgeving controleren.
Ook dit jaar kunnen de bewoners van de wijken in Goes een optocht van fietsers waarnemen die op diverse punten stoppen en overleggen over hetgeen ze vanaf dit punt waarnemen. De groep is samengesteld uit medewerkers van de afdeling Openbare ruimte van de gemeente Goes, wijkbewoners en leden van het college en de gemeenteraad.
Door geregeld te schouwen komen verschillen in niveau tussen de wijken en dorpen vanzelf boven water. Je hoort vaak dat praten over en kijken naar leefbaarheid een subjectieve bezigheid is. In de wijkschouw wordt daarmee om te gaan door elke situatie het etiket ‘gewoon goed’(standaard), ‘gewoon slecht’(ingrijpmoment) of ‘plus’(extra) te geven. Aan elk van deze etiketten kleeft een prijskaartje. De gemeenteraad heeft al besloten dat heel Goes het standaardniveau hoort te hebben met uitzondering van de binnenstad; daarop plakt het plus-etiket.
Gevolg van het schouwen is dat de afdeling Openbare Ruimte extra alert zal zijn bij het benedenmaatse, de ingrijpmomenten. Kleine urgente zaken worden meteen aangepakt. Bij grotere projecten duurt het iets langer en dat heeft altijd met efficientie te maken. Van elke schouw komt een verslag op de website van de gemeente.
De VVD hecht grote waarde aan de wijkschouwen. De raadsleden en steunfractie hebben de zestien rondgangen onderling verdeeld. Bij ieder schouw is dus een VVDer aanwezig.